Het aantal vissersboten aan onze kust is sinds 2000 met bijna de helft afgenomen. Dit blijkt uit het antwoord van Vlaams viceminister-president Hilde Crevits op een vraag van Vlaams Belangparlementslid Frieda Verougstraete-Deschacht. “Niet alleen krimpt onze eigen vissersvloot. Er zijn ook steeds minder erkende zeevissers aan de slag”, aldus Verougstraete-Deschacht. “Bovendien zijn er ook meer en meer vissers met een buitenlandse nationaliteit aan de slag op onze vissersboten.”
De visserijsector telde in 2012 nog 439 erkende zeevissers, waarvan er 75 procent de Belgische nationaliteit hadden. In 2017 waren er nog slechts 382 actief, waarvan er 63 procent Belg waren. In 2020 daalde dit aantal zelfs tot 370 erkende zeevissers en bleven er nog slechts 63 procent met de Belgische nationaliteit over. Van het aantal vissers met een vreemde nationaliteit neemt het aantal Nederlanders ook stelselmatig toe. In 2012 had 23 procent van de erkende zeevissers de Nederlandse nationaliteit. In 2017 steeg dit naar 30 procent en in 2020 naar 32 procent. Volgens bevoegd minister Crevits kan de algemene daling van de tewerkstelling teruggeleid worden tot de inkrimping van de vissersvloot. Waar er in 2000 nog 127 vissersboten waren, daalde dit aantal rond 2008 naar 100 en blijven er vandaag nog maar 64 over.
“Sinds het begin van deze eeuw is het aantal vissersboten met bijna de helft afgenomen”, zegt Verougstraete-Deschacht. “Niet alleen heeft dit geleid tot een vermindering van het aantal erkende zeevissers, de overgebleven posities worden ook steeds meer door buitenlandse werkkrachten ingenomen.”
“De afname van de vissersboten duidt op de teloorgang van onze visserijsector”
Volgens het Vlaams Belang wordt de sector steeds meer uitgeperst en wordt het beroep ook steeds minder aantrekkelijk. “We zien dat er steeds meer buitenlandse werkkrachten actief zijn en betreuren de teloorgang van de Vlaamse visserijsector”, aldus Verougstraete-Deschacht. “Naast Nederlanders hebben de buitenlandse vissers de Franse, Poolse, Roemeense, Portugese of Letse nationaliteit.”
Naast het hoger aantal buitenlandse zeevissers wordt er ook ongeveer 2,5 keer meer vis geïmporteerd. “Hierdoor worden we ook steeds meer afhankelijk van het buitenland”, besluit Verougstraete-Deschacht. “Nochtans is het in de huidige tijd essentieel dat we in onze eigen voedselvoorziening kunnen voorzien. Net zoals met de landbouw is het daarom belangrijk dat we onze visserijsector niet verder teloor laten gaan.”